Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij overweldigt hem in eeuwigheid, en hij [46]gaat heen; veranderende zijn [47]gelaat, zo zendt Gij hem weg. 46. Dat is, verscheidt van hier door den dood. 47. Dat is, het wezen des lichaams, de kloekheid zijns geestes, den staat zijns levens, de heerlijkheid van zijn huis, de grootheid zijner middelen, de vermaardheid zijns naams, enz.